De toekomst met "to be going to"!
In het kort: als je zeker weet dat iets gaat gebeuren, als je voorspellingen doet (gebaseerd op bepaald bewijs) en bij vaste plannen, dan gebruik je "to be going to" voor de toekomst.
De bevestigende zin
De bevestigende zin wordt gevormd door het persoonlijk voornaamwoord gevolgd door een vorm van to be (am, is, are, was and were) met going to gevolgd door het hele werkwoord.
Bijvoorbeeld:
- I am going to visit you tomorrow.
- You are going to talk to doctor.
- He is going to be late.
- She is going to visit the museum.
- It is going to rain.
- We are going to ask our parents.
- You are going to go by car.
- They are going to cycle around Lelystad.
De vraagzin met "will" en "shall".
In de vraagzin wordt een vorm van to be (am, is, are, was, were) vooraan gezet gevolgd door het persoonlijk voornaamwoord gevolgd door going to en dan komt het hele werkwoord en de rest van de zin.
Bijvoorbeeld
- Am I going to help you tomorrow?
- Are you going to call a doctor?
- Is he going to come late?
- Is she going to visit the museum?
- Is it going to rain?
- Are we going to ask our parents?
- Are you going to go by car?
- Are they going to cycle around Lelystad?
De ontkennende zin met "to be going to".
De ontkennende zin wordt gevormd door het persoonlijk voornaamwoord gevolgd door een vorm van to be (am, is, are, was, wer) samen met not gevolgd door going to en dan komt het hele werkwoord.
Bijvoorbeeld
- I am not going to help you tomorrow.
- You are not going to call a doctor.
- He is not going to come late.
- She is not going to visit the museum.
- It is not going to rain.
- We are not going to ask our parents.
- You are not going to go by car
- They are not going to cycle around Lelystad.
Met afkorting
- I'm not going to you tomorrow.
- You aren't going to a doctor.
- He isn't going to late.
- She isn't going to visit the museum.
- It isn't going to rain.
- We aren't going to ask our parents.
- You aren't going to go by
- They aren't going to cycle around Lelystad.
Opdracht 2
Tot slot een paar vragen en een opdracht voor jou. Beantwoord de vragen en lever de antwoorden in.
- Waarvoor gebruik je "to be going to"?
- Wat komt voor to be going to in een bevestigende zin?
- Wat is de volgorde van to be going to in een vraagzin?
- Wat komt na to be going to in een ontkennende zin?
- Wat zijn de vormen van to be?
- Schrijf iets op dat je in de toekomst gaat doen of iets dat gaat gebeuren.